De reden waarom er plaatsvervulling is, maakt uit voor de hoogte van de erfbelasting. In dit blog ontdek je hoe het zit.
1. Erfbelasting zonder plaatsvervulling
Stel A overlijdt en hij laat als erfgenaam zijn enige kind B achter. B heeft twee kinderen, C en D. De erfenis is € 50.000. Wanneer B de erfenis zelf aanvaardt, dan is hiervan in 2022 een bedrag groot € 21.559 vrijgesteld. Over het meerdere betaalt B erfbelasting tegen een tarief van 10%. De totale erfbelasting is dus € 2.844.
2. Erfbelasting bij plaatsvervulling door overlijden
Is kind B voor zijn vader A overleden? Dan zijn de kleinkinderen C en D erfgenaam van hun grootvader A. De erfenis is nog steeds € 50.000, waarvan C en D ieder de helft erven. Per kleinkind is in 2022 vrijgesteld € 21.559. Over het meerdere betalen ze 18% erfbelasting. De totale erfbelasting voor beiden samen is € 1.238. Dit is minder belasting dan hun vader B had betaald. Dit komt doordat de vrijstelling twee keer telt.
3. Erfbelasting bij plaatsvervulling door verwerping
Bij een grote erfenis betaalt een kleinkind meer belasting omdat het tarief hoger is. Maar bij een kleine erfenis kan het aantrekkelijk zijn om de erfenis in plaats van aan één kind aan meerdere kleinkinderen te geven.
Gaat de erfenis rechtstreeks van grootvader A naar de kleinkinderen C en D? Bijvoorbeeld door een legaat in het testament van A of doordat kind B is overleden? Dan gaat de erfbelasting omlaag. Maar kiest kind B zelf voor verwerping? Dan gaat de belasting helaas niet omlaag. Dit komt door een bepaling in de Successiewet:

In dit geval betalen de kleinkinderen dus de erfbelasting uit het eerste voorbeeld hierboven (€ 2.844).