Deze 4 wilsrechten kun je uitsluiten in je testament

Voor een samengesteld gezin werkt de verdeling van de erfenis een beetje anders. Dit komt door de extra rechten van de kinderen. Veel stellen kiezen daarom voor het uitsluiten van deze “wilsrechten” in hun testament zodat de langstlevende meer vrijheid heeft. In dit blog ontdek je hoe het zit. Bekijk ook even de video met uitleg hieronder:

Waarom de wilsrechten uitsluiten in je testament?

Een wilsrecht geeft je kind de keuze tussen later geld of nu spullen erven. Een kind krijgt hierdoor meer zekerheid over zijn deel van de erfenis. Het bezit dat op naam van het kind komt, kan de langstlevende alleen nog verkopen of opmaken als dat mag van de kantonrechter. Maar als je dit niet wilt, dan kun je in een testament de wilsrechten uitsluiten. Hierdoor heeft het kind geen keuze meer en krijgt de langstlevende dus meer vrijheid.

wilsrechten uitsluiten
De volgende 4 wilsrechten kun je opheffen in je testament:

1. Het wilsrecht bij hertrouwen van de langstlevende ouder

Overlijdt de eerste ouder zonder testament? Dan gaat de hele erfenis naar de langstlevende echtgenoot. In ruil hiervoor krijgt het kind een “tegoedbon”. Dit is een vordering in geld die je als kind pas kunt opeisen als de laatste overlijdt. Maar hertrouwt de langstlevende? Dan kun je er als kind voor kiezen om je vordering te ruilen voor bezit. Dit geeft het kind meer zekerheid en de langstlevende minder vrijheid.

Kees en Anita hebben samen een zoon, Peter, en een dochter, Christa. Als Anita plotseling overlijdt zonder testament, gaat de hele erfenis naar Kees. Vijf jaar later trouwt Kees met Brenda. Er is al jaren weinig contact tussen Peter en Kees. Daarom doet Peter een beroep op zijn wilsrecht. Dit betekent dat een deel van Anita haar erfenis op naam van Peter moet worden gezet.

2. Het wilsrecht bij overlijden van de langstlevende die hertrouwd was

Heb je als kind geen beroep gedaan op het eerste wilsrecht bij hertrouwen? Dan kun je later ook nog bezit opeisen bij je stiefouder als je tweede ouder overlijdt.

Kees overlijdt een paar jaar nadat hij met Brenda is getrouwd. Hij heeft geen testament en daarom gaat de hele erfenis naar Brenda. Peter heeft zijn erfdeel al gekregen maar Christa nog niet. Nu kiest Christa voor een wilsrecht. Dit betekent dat zij bij Brenda spullen kan opeisen uit de erfenis van Anita.

3. Het wilsrecht bij de erfenis die naar de stiefouder gaat

Overlijdt je ouder zonder testament en gaat de erfenis daardoor naar je stiefouder? Dan kun je als stiefkind direct een wilsrecht inroepen bij je stiefouder. Vooral in deze situatie maakt het uitsluiten van de wilsrechten een verschil. De reden hiervoor is dat dit wilsrecht meteen gevolgen heeft voor je echtgenote als je overlijdt.

Bert overlijdt zonder testament en laat een koophuis na. Hij heeft één dochter, Angela, maar de hele erfenis gaat op grond van de wet naar zijn tweede echtgenote, Francien. Angela roept het wilsrecht in bij haar stiefmoeder Francien. Dit betekent dat de helft van het huis op Angela haar naam komt.

4. Het wilsrecht bij overlijden van een stiefouder

Overlijdt een gehuwde ouder zonder testament en is daardoor de hele erfenis naar de langstlevende stiefouder gegaan? Dan heeft een kind ook later nog een wilsrecht als die stiefouder overlijdt.

Freek en Jeanet hebben beiden een zoon uit een eerder huwelijk. Samen hebben ze geen kinderen. Wanneer Freek als eerste overlijdt, gaat de hele erfenis naar Jeanet. Bij het overlijden van Jeanet gaat alles naar haar zoon. De zoon van Freek kan op dat moment een wilsrecht inroepen. Dit betekent dat de zoon van Jeanet spullen aan de zoon van Freek moet geven.

Meer lezen?

Veelgestelde vragen:

Artikel 4:19 BW: gaat de langstlevende ouder hertrouwen?

Overlijdt de eerste ouder zonder testament? Dan gaat de hele erfenis naar de langstlevende echtgenoot. In ruil hiervoor krijgt het kind een “tegoedbon”. Dit is een vordering in geld die je als kind pas kunt opeisen als de laatste overlijdt. Maar hertrouwt de langstlevende? Dan kun je er als kind voor kiezen om je vordering te ruilen voor bezit. Dit geeft het kind meer zekerheid en de langstlevende minder vrijheid.

Voor meer uitleg, zie het eerste voorbeeld in het blog.

Artikel 4:19 Burgerlijk Wetboek:
“Indien een kind overeenkomstig artikel 13 lid 3 een geldvordering op zijn langstlevende ouder ter zake van de nalatenschap van zijn eerst overleden ouder heeft verkregen, en die ouder aangifte heeft gedaan van zijn voornemen opnieuw een huwelijk te willen aangaan, is deze verplicht aan het kind op diens verzoek goederen over te dragen met een waarde van ten hoogste die geldvordering, vermeerderd met de in lid 4 van dat artikel bedoelde verhoging. De overdracht vindt, tenzij de ouder daarvan afziet, plaats onder voorbehoud van het vruchtgebruik van de goederen.”

Artikel 4:20 BW: overlijdt de langstlevende ouder maar was die hertrouwd?

Heb je als kind geen beroep gedaan op het eerste wilsrecht bij hertrouwen? Dan kun je later ook nog bezit opeisen bij je stiefouder als je tweede ouder overlijdt.

Voor meer uitleg, zie het tweede voorbeeld in het blog.

Artikel 4:20 Burgerlijk Wetboek:
“Indien een kind overeenkomstig artikel 13 lid 3 een geldvordering op zijn langstlevende ouder ter zake van de nalatenschap van zijn eerst overleden ouder heeft verkregen en de langstlevende ouder bij diens overlijden gehuwd was, is de stiefouder verplicht aan het kind op diens verzoek goederen over te dragen met een waarde van ten hoogste die geldvordering, vermeerderd met de in lid 4 van dat artikel bedoelde verhoging. Wordt de nalatenschap van de langstlevende ouder niet overeenkomstig artikel 13 verdeeld, dan rust de in de vorige zin bedoelde verplichting op de erfgenamen van de langstlevende ouder.”

Artikel 4:21 BW: overlijdt een ouder en gaat de erfenis naar de stiefouder?

Overlijdt je ouder zonder testament en gaat de erfenis daardoor naar je stiefouder? Dan kun je als stiefkind direct een wilsrecht inroepen bij je stiefouder.

Vooral in deze situatie maakt het uitsluiten van de wilsrechten een verschil. De reden hiervoor is dat dit wilsrecht meteen gevolgen heeft voor je echtgenote als je overlijdt.

Voor meer uitleg, zie het derde voorbeeld in het blog.

Artikel 4:21 Burgerlijk Wetboek:
“Indien een kind overeenkomstig artikel 13 lid 3 een geldvordering op zijn stiefouder ter zake van de nalatenschap van zijn overleden ouder heeft verkregen, is de stiefouder verplicht aan het kind op diens verzoek goederen over te dragen met een waarde van ten hoogste die geldvordering, vermeerderd met de in lid 4 van dat artikel bedoelde verhoging. De overdracht vindt, tenzij de stiefouder daarvan afziet, plaats onder voorbehoud van het vruchtgebruik van de goederen.”

Artikel 4:22 BW: is de erfenis naar de stiefouder gegaan en is die als laatste overleden?

Overlijdt een gehuwde ouder zonder testament en is daardoor de hele erfenis naar de langstlevende stiefouder gegaan? Dan heeft een kind ook later nog een wilsrecht als die stiefouder overlijdt.

Voor meer uitleg, zie het vierde voorbeeld in het blog.

Artikel 4:22 Burgerlijk Wetboek:
“Indien een kind overeenkomstig artikel 13 lid 3 een geldvordering op zijn stiefouder ter zake van de nalatenschap van zijn overleden ouder heeft verkregen, en de stiefouder is overleden, zijn diens erfgenamen verplicht aan het kind op diens verzoek goederen over te dragen met een waarde van ten hoogste die geldvordering, vermeerderd met de in lid 4 van dat artikel bedoelde verhoging.”