Het is tegenwoordig normaal om de hele erfenis na te laten aan je partner. Je kind erft in ruil daarvoor een vordering op je partner. Die vordering kan het kind pas opeisen als je partner overlijdt. Je partner en kind zijn beiden erfgenaam voor een gelijk deel. Maar wat je partner erft is meer waard dan wat je kind erft. Want je partner krijgt de hele erfenis en mag daarmee doen wat hij of zij wil. De erfbelasting houdt daar rekening mee in de vorm van het fictief vruchtgebruik.
Wat is fictief vruchtgebruik?
Fictief vruchtgebruik is het verschil tussen de nominale en contante waarde van de vordering van een kind op de langstlevende. Het verschil haal je er bij het kind af en tel je bij de langstlevende op.
Stel een erfenis is € 200.000 en je laat twee erfgenamen achter: je partner en je kind. Op papier hebben ze ieder een gelijk erfdeel van € 100.000. De hele erfenis gaat eerst naar je partner, die 63 jaar oud is. Je kind krijgt in ruil daarvoor een renteloze vordering op je partner van € 100.000. De nominale waarde van deze vordering is € 100.000. Het fictief vruchtgebruik is € 60.000. De contante waarde van het erfdeel van je kind is € 40.000. De waarde van de verkrijging van je partner is € 160.000. Dit bedrag bestaat uit het eigen erfdeel van € 100.000 en het fictief vruchtgebruik dat € 60.000 waard is.
Hoe bereken je bij de erfbelasting het fictief vruchtgebruik?
De hoogte van het fictief vruchtgebruik hangt af van:
- de leeftijd van de langstlevende;
- het rentepercentage over de vordering.
Meestal is de rente 0% en gaat het dus alleen om de leeftijd van de langstlevende. In dat geval geldt deze tabel:
Leeftijd partner op dag van overlijden: | Fictief vruchtgebruik bij 0% rente: |
tot 20 jaar | 96% |
20 tot 30 jaar | 90% |
30 tot 40 jaar | 84% |
40 tot 50 jaar | 78% |
50 tot 55 jaar | 72% |
55 tot 60 jaar | 66% |
60 tot 65 jaar | 60% |
65 tot 70 jaar | 48% |
70 tot 75 jaar | 42% |
75 tot 80 jaar | 30% |
80 tot 85 jaar | 24% |
85 tot 90 jaar | 18% |
90 jaar of ouder | 12% |
Het percentage in de rechter kolom haal je er dus af bij het kind en tel je op bij de langstlevende. Bij het voorbeeld dat ik hierboven gaf, werkt dit als volgt:
Nominaal erfdeel: | Fictief vrucht- gebruik: | Fiscale (contante) waarde erfdeel: | |
Partner (63 jaar) | € 100.000 | + € 60.000 | € 160.000 |
Kind (rente 0%) | € 100.000 | – € 60.000 | € 40.000 |
Wanneer heb je geen fictief vruchtgebruik?
Er is voor de erfbelasting geen sprake van fictief vruchtgebruik als:
- je een ander soort testament hebt waarbij geen vordering ontstaat;
- of wanneer een rente geldt van 6% samengesteld (rente op rente).
In het tweede geval is de nominale waarde gelijk aan de contante waarde. Met een rente hoger dan 6% doet de fiscus niks. De contante waarde is, voor de erfbelasting, dus nooit hoger dan de nominale waarde.

Fictief vruchtgebruik bij andere rente
Is er een andere rente van toepassing? Dus hoger dan 0% maar lager dan 6%? Dan neem je voor de erfbelasting een evenredig deel van het fictief vruchtgebruik. Voor het voorbeeld hierboven werkt dit als volgt uit:
nominale bedrag vordering | rente % (rente op rente) | fictief vruchtgebruik bij 63 jaar | contante waarde vordering |
€ 100.000 | 0% | – 60% | € 40.000 |
€ 100.000 | 1% | – 50% | € 50.000 |
€ 100.000 | 2% | – 40% | € 60.000 |
€ 100.000 | 3% | – 30% | € 70.000 |
€ 100.000 | 4% | – 20% | € 80.000 |
€ 100.000 | 5% | – 10% | € 90.000 |
€ 100.000 | 6% | – 0% | € 100.000 |
Heeft de langstlevende een andere leeftijd? Dan begin je met het percentage uit de eerste tabel in dit blog en daarna ga je in 6 gelijke stappen naar 0%. Dat is heel makkelijk want alle percentages uit de eerste tabel zijn deelbaar door 6.
Meer lezen?
- Uitleg over het fiscale voordeel van een rente (video).
- Overzicht van al mijn blogs over erfbelasting.

Veelgestelde vragen:
Wat is fictief vruchtgebruik?
Bij een standaard testament erven de kinderen een niet-opeisbare vordering op de langstlevende. Fictief vruchtgebruik is het verschil tussen de nominale en contante waarde van deze vordering. Het verschil haal je er bij het kind af en tel je bij de langstlevende op.
Hoe bereken je fictief vruchtgebruik?
De hoogte van het fictief vruchtgebruik hangt af van het rentepercentage en de leeftijd van de langstlevende. De vordering van een kind is meer waard als je een rente bijtelt. Hoe jonger de langstlevende is, des te lager is de waarde van de vordering. Want hierdoor moet je (statistisch) langer wachten op je geld en is je vordering dus minder waard.