In dit blog leg ik uit hoe je de erfbelasting moet berekenen bij de wettelijke verdeling. We beginnen met een uitleg over de wettelijke verdeling en daarna volgt een stappenplan voor de berekening.
Wat is de wettelijke verdeling?
Stel iemand overlijdt zonder testament en hij laat een echtgenote en een kind achter. In dat geval is de wettelijke verdeling van toepassing. Dit houdt in dat er twee erfgenamen zijn: de echtgenote en het kind. Maar de hele erfenis, zoals het huis en de inboedel, gaan naar de langstlevende echtgenote. In ruil daarvoor krijgt het kind zijn erfdeel in de vorm van een vordering op de langstlevende. Ik noem dat ook wel een “tegoedbon”. Je hebt als kind je erfenis nog tegoed.
De wettelijke verdeling is ook van toepassing bij een geregistreerd partnerschap. En ook als je wel een testament hebt en niet afwijkt van de wettelijke verdeling. Dat laatste is heel populair. Veel echtparen maken een testament met een paar aanvullingen op de wettelijke verdeling. Denk aan een uitsluitingsclausule of de benoeming van een executeur.
Stap 1: het berekenen van de civiele erfdelen
Stel je bent getrouwd in algehele gemeenschap van goederen en je hebt twee kinderen. Het totale vermogen is € 300.000 en de eerste van beiden overlijdt. De erfenis is in dat geval € 150.000, de helft van de gemeenschap van goederen. De overledene laat drie erfgenamen achter, zijn echtgenote en beide kinderen. De langstlevende erft het gehele vermogen. In ruil daarvoor hebben de twee kinderen ieder een vordering op de langstlevende van € 50.000.

Tot zover hoe het civiel juridisch is geregeld. De fiscale realiteit is heel anders.
Stap 2: het berekenen van de fiscale erfdelen
De vordering die het kind erft op de langstlevende ouder is in beginsel renteloos en niet opeisbaar. Stel je zou zo’n vordering willen verkopen. Geeft een koper daar dan de volle prijs voor van € 50.000? Ik denk het niet. Want die vordering wordt misschien pas over 20 of 30 jaar uitgekeerd en in de tussentijd krijg je geen rente. De werkelijke “marktwaarde” van de vordering is dus een stuk lager dan die € 50.000. De erfbelasting houdt daar rekening mee. De erfbelasting wordt niet berekend over de “nominale” waarde van € 50.000 maar over de “contante” marktwaarde die een stuk lager ligt.
De vordering is renteloos in het volgende geval:
- Er is geen testament of een standaard testament.
- De erfgenamen sluiten geen renteovereenkomst (voor meer info hierover, zie de link onderaan dit blog).
- De wettelijke rente is lager dan 6%.
In dat geval bereken je de contante waarde op grond van deze leeftijdstabel:
Leeftijd langstlevende op dag van overlijden | percentage waarmee je de vordering afwaardeert |
tot 20 jaar | 96% |
20 tot 30 jaar | 90% |
30 tot 40 jaar | 84% |
40 tot 50 jaar | 78% |
50 tot 55 jaar | 72% |
55 tot 60 jaar | 66% |
60 tot 65 jaar | 60% |
65 tot 70 jaar | 48% |
70 tot 75 jaar | 42% |
75 tot 80 jaar | 30% |
80 tot 85 jaar | 24% |
85 tot 90 jaar | 18% |
90 jaar of ouder | 12% |
Stel de langstlevende in het rekenvoorbeeld onder Stap 1 is 76 jaar. In dat geval ga je voor het berekenen van de erfbelasting bij de wettelijke verdeling uit van de volgende fiscale erfdelen:
civiel erfdeel | fiscaal erfdeel | |
langstlevende | € 50.000 | € 80.000 |
kind 1 | € 50.000 | € 35.000 |
kind 2 | € 50.000 | € 35.000 |
Bij de kinderen haal je er dus 30% van af. Het bedrag dat je er bij de kinderen af haalt, tel je op bij het erfdeel van de langstlevende. We noemen dat “fictief vruchtgebruik”. Voor de heffing van erfbelasting is dat heel gunstig. Want de langstlevende heeft een grotere vrijstelling dan de kinderen.
Stap 3: het verlagen met de vrijstelling
Bij veel mensen is bekend dat de langstlevende een grote vrijstelling heeft. Maar minder bekend is dat je daar de waarde van het nabestaandenpensioen van af moet halen. Dit noemen we “pensioenimputatie”. Gelukkig blijft er altijd nog een minimale vrijstelling over. Is het fiscale erfdeel lager dan de minimale vrijstelling? Dan heeft het geen zin om uit te rekenen hoe groot de vrijstelling is. Is het fiscale erfdeel hoger? Dan moet je het wel even uitrekenen. Wil je weten hoe je dat doet? Check dan even mijn handleiding daarvoor (link onderaan dit blog).
Vrijstelling 2023 | |
---|---|
echtgenote | tussen € 186.915 en € 723.526 |
kind | € 22.918 |
kleinkind | € 22.918 |
Voor het rekenvoorbeeld uit Stap 1 werkt dit als volgt uit:
fiscaal erfdeel | vrijstelling 2023 | belast bedrag | |
echtgenote | € 80.000 | minimaal € 186.915 | € 0 |
kind 1 | € 35.000 | € 22.918 | € 12.082 |
kind 2 | € 35.000 | € 22.918 | € 12.082 |
Stap 4: het berekenen van de erfbelasting bij de wettelijke verdeling
Na het afronden van de derde stap kun je nu eindelijk de erfbelasting gaan berekenen. Boven de vrijstelling zijn er twee belastingschijven:
Tarief eerste schijf (in 2023 tot 138.642) | Tarief tweede schijf (in 2023 boven 138.642) | |
---|---|---|
echtgenote | 10% | 20% |
kind | 10% | 20% |
kleinkind | 18% | 36% |
Het hogere tarief geldt alleen voor het meerdere. Dus stel je komt voor het kind uit op een belast bedrag van € 150.000. Over de eerste € 138.642 betaal je dan 10% erfbelasting. Alleen over het meerdere betaal je 20%.
Voor het rekenvoorbeeld uit Stap 1 werkt dit als volgt uit:
belast bedrag | % | erfbelasting | |
echtgenote | € 0 | n.v.t. | € 0 |
kind 1 | € 12.082 | 10% | € 1.208 |
kind 2 | € 12.082 | 10% | € 1.208 |
De totale erfbelasting komt dus uit op 2 keer € 1.208, ofwel € 2.416.
Meer lezen?

Veelgestelde vragen:
Hoe moet je de contante waarde van een erfdeel berekenen?
Bij een standaard testament gaat de hele erfenis naar de langstlevende en erven de kinderen in ruil daarvoor een vordering. Deze vordering is normaal gezien renteloos. De contante waarde van het erfdeel van de kinderen bereken je door er een percentage af te halen. Dit percentage hangt af van de leeftijd van de langstlevende.
Hoe bereken je de erfbelasting?
Voor de erfbelasting moet je eerst de fiscale waarde van de erfdelen berekenen. Iedere erfgenaam heeft vervolgens recht op een vrijstelling. Daarboven gelden twee tariefschijven. In de praktijk is de erfbelasting een stuk lager dan de meeste mensen denken.